Ontgroeningsopdracht Koen Vrijsen v. Ludo (2005-2006)
tekst: Ludo
melodie: naar het Duitse lied “Auf der Schwäbische Eisenbahne
Op de Zwabische spoorlijn
Waar er vele halten zijn:
Schtuegert, Ulm en Biberach,
Meckebeure, Durlesbach.
Trula trula trulala…
Op die Zwabische spoorlijn
Wou er eens een boer meerij’n,
Doet zijn hoed af aan ’t loket,
Vraagt er vriend’lijk een biljet.
De boer die had een bok gekocht
En bang dat die een vluchtweg zocht,
Bond ie ’t beestje heel erg hard
Aan het laatste treinstel vast.
“Bokje, spring nu maar een beetje,
‘k Breng je straks wel wat te eten.”
Toen stak hij een stinkpijp aan,
En zette zich met zijn vrouw vooraan.
Toen de trein een poosje stopte,
Keek de boer eens naar zijn bokje,
Vond alleen nog kop en zeel,
Aan dat laatste wagendeel.
Dan barst hij in woede uit,
Pakt het beestje bij zijn snuit,
En smijt de kop met veel labeur
Tegen de buik van de conducteur.
“Zo, dat kan je mooi betalen!
Moest je echt zo’n snelheid halen?”
Ja, u bent er schuldig aan,
Dat mijn bok is heengegaan!”
Nu zijn we aan ’t eind gekomen,
Klonk het je goed in de oren?
Als je ’t niet begrijpen kan,
Beginnen we van voren aan!