Gebaseerd op waargebeurde feiten

Sta me toe mezelf even voor te stellen, ik ben Stephanie Forgeur en ik ben net mijn eerste jaar aan de universiteit begonnen. Ik ben een rustige, nijverige jonge vrouw, die haar studies heel serieus neemt.

Ik heb mijn voornemen om mij niet met het studentenleven in te laten dan ook de volle 7 minuten volgehouden na de eerste les. En bij deze laat ik dan het testament van deze eerstejaarsstudent over aan de volgende generatie porren en schachten.

Tijdens mijn eerste cantus heb ik onmiddellijk alle aandacht op mij gevestigd. Mijn familie heeft mij namelijk een geschiedenis in volksliederen achtergelaten die er bij de scouts enkel maar meer erin gedrild was.
Dus toen een liedje verkeerd werd ingezet kon ik mezelf niet inhouden en zong ik het zelf juist. De schachtentemmer zag dat en heeft mij dan maar op tafel laten staan om het deftig aan te leren aan de rest van de corona.

Dat maakte in de week erna misschien wel een verschil. Het was verkoop, en ik was een van de weinige porren die daar was. Wat op zich al tot niet zo aangename situaties kan leiden, en ik had mezelf al in de schijnwerpers gezet.

Dus ik deed het enige logische, en verkleedde mij als man, en noemde mezelf William. De outfit was niet heel overtuigend, maar in het donkere licht van de zaal viel dit niet zo op. Het ging redelijk goed, en ik werd uiteindelijk gekocht door een studente uit het derde. Alleen heb ik ze nooit gezien. Nadat ze doorhad dat ik geen man was, denk ik dat ze uit schaamte zo snel mogelijk vertrokken was Gelukkig was er een bende praesidiumleden die mij dan onder hun vleugels namen. Ze hadden uiteraard ook onmiddellijk een opdracht voor mij tijdens mijn doopperiode…

Dus, de opdracht. Ik moest een hele dag, inclusief lessen, blind zijn. Eerst gaven mijn peters mij een blinddoek, maar om niet volledig hopeloos ten onder te gaan hebben ze mij een blindengeleide dier meegegeven. Meer specifiek: een blindengeleide geit.

Allemaal goed en wel, tot de prof een vraag stelde, en mijne nieuwe kompaan begon te mekkeren. Op dit punt wist ik dat alle ogen op mij gericht waren. Dus ik er niets beters op dan te zeggen: ‘Zou ik wat meer naar voor mogen zitten? Want ik kan het bord niet zien.’

Als de prof ervan opkeek zou ik het niet gezien hebben. Maar ik heb van mijn medestudenten begrepen dat de prof afgeleid was door een student die achter het bord zat, verkleed als muur.

Een paar weken daarna gingen we met onze club naar de Night of the Proms, en als brave cultuurminnende student kon ik toch niet anders dan meegaan? Het enige jammere was dat onze banierdrager de vlag niet goed zwaaide, dus pakte ik die dan maar even over. Ik stond er verder niet meer bij stil, maar een maand later hadden ze me goed liggen. Het was doop: vies, vuil en vettig. Maar als laatste mocht ik urenlang met de vlag zwaaien. ‘Tenslotte deed je dat zo goed op Night of the Proms.’…

In december was er de schachtenkoning en schachtenkoningin verkiezing. Uiteraard moeten we daarvoor op tijd zijn om wat initiële proefjes te doen, waarvan de beste drie geselecteerd zouden worden om door te stoten naar de finale. Alleen had ik het evenement mislezen! En dus stond ik er pas tegen het Io Vivat in plaats van op tijd. Oeps. Er waren echter slechts 2 andere porren waardoor ik per definitie nog mocht meedoen aan de drank finale. Toen die halverwege de cantus dan aanbrak, kwam er een van de andere 2 porren niet opdagen. Waardoor ik de titel gemakkelijk glansrijk verzilverde.

Achteraf vroeg ik dan aan de por in kwestie waarom zij niet naar voren was gekomen, haar antwoord was het volgende: ‘Omdat die andere het echt verdiende en ik het niet van haar wou afpakken.’ Oeps.

Op de volgende cantus van het nieuwe semester werd ik door een paar oude zakken aangesproken om sigaren te gaan kopen, ze gaven me 50 EUR ervoor. Dat gaf me een dilemma: ik kon dat niet echt weigeren. Maar ik kon dat ook niet gewoon doen, want dan hing ik eraan voor de rest van het jaar. Dus ik stapte een krantenwinkel binnen en vroeg om de duurste sigaren. Ik kreeg 2 sigaren van 25 EUR mee, waarmee ik, doende alsof ik trots was het goed te doen, de oude zakken kon zeggen dat er geen wisselgeld meer was. Het waren zelfs enorm slechte sigaren. Hehe.

In april gingen we met de club naar Schotland, mijn twee mede-porren en ikzelf besloten na 3 dagen van last er met zijn drieën op uit te trekken. Toen we een paar dagen weggetrokken waren, met tent en voldoende eten sloeg ik echter mijn voet om. De rest ging al naar voor en lieten mij achter. Ik was wat in slaap gevallen maar tegen dat ik wakker werd dook er een helikopter op aan de horizon, die naast mij lande en voorstelde om mij op te pikken. Uiteraard gingen er alarmbellen af in mij, en weigerde ik, en gelukkig voor mij kwamen toen mijn vriendinnen terug aan om mij verder te helpen en mij te beschermen van dit gedoe.

Een paar dagen later zagen we een bericht in de krant: ‘1000e reddingsactie van de helikopterbrigade loopt af op een sisser, zonder feest, toerist weigert hulp.’ Oeps.

Dan nog mijn ontgroeningscantus. Ik had op voorhand luidkeels aangekondigt dat het een goed feestje ging zijn, en dat ik het varken ging uithangen. Als een semi-rechtstreeks gevolg (een zekere Cécémel en Borre waren hierin cruciaal) moet ik toegeven dat ik de avond zelf niet supergoed meer herinner. Alleszins moest ik daarna met de eerste trein naar huis. Maar met nog zoveel alcohol in mijn botten was ik in slaap gevallen, en schoot pas wakker toen we aan het station aankwamen. Toen zag ik dat het station al een station te ver was! In paniek sprong ik terug de trein op waarmee ik het erger maakte. Nog een halte verder merkte de conducteur mij op en gaf me een ticket ‘verdwaalde reiziger’, waarmee ik terug kon gaan. Zo gezegd, zo gedaan, en ik stapte de trein op, zette mij neer, en viel prompt terug in slaap, en werd pas wakker toen we terug in Antwerpen waren. Waar een conducteur al klaarstond om mij terug te sturen, want hij was blijkbaar gewaarschuwd. En dat, lieve vrienden is hoe ik aan de bijnaam Retour gekomen ben.

Tenslotte, in juni vierden we onze allereerste jaar. Op de cantus dronken we allen evenveel pinten als onze hoogste score. Aangezien ik zo’n voorbeeldige studente was, ben ik nog nooit zo zat geweest als toen. Na de cantus vertrok iedereen naar ons stamcafé voor de after-party. Dus ik sprong nogal waggel op mijn fiets. Dit had geen probleem geweest, mochten de Antwerpse straten niet zelf al helemaal schots en scheef staan.

Het was vlakbij de melkmarkt dat de straat bestond uit (1) een bocht, (2) klinkers die het terrein veranderde in een heuvellandschap en (3) tramsporen! Dat laatste was er teveel aan en ik viel zonder enige reflex op de boord van de stoep. Resultaat: een gebroken neus, een gebroken pols en een lichte hersenschudding.

Terwijl we op de ambulance wachtten, hebben ze een van mijn nuchtere maten opgebeld om mijn fiets mee te nemen met de auto. Deze heeft heel de nacht samen met mij op het spoed doorgebracht, en is zelfs met mij naar een apotheker van wacht geweest, voor hij mij thuis bracht.

Achteraf heb ik 3 dagen in bed gelegen onder een dik donsdeken met mijn raam op het zuiden gericht tijdens een hittegolf. De bloedvlek is nog altijd zichtbaar op de melkmarkt en de documentatie van het ziekenhuis bevat de woorden: ‘Onder invloed van EtOH.’

Uiteindelijk een redelijk gewoon schachtenjaar voor een brave por. Toch?

dixit Stephanie Forgeur v. Retour